Er zijn op spiritueel gebied verschillende redenen waarom iemand een vegetariër zou moeten zijn. Eén van de belangrijkste reden is, dat het noodzakelijk is, dat wij de spirituele aard in elk levend wezen zien, met inbegrip van de dieren en andere schepselen. Universele broederschap betekent geweldloosheid tegenover zowel het menselijk wezen als de dieren.
Dit betekent dus in feite dat dieren ook een ziel hebben. Ze leven, zijn bewust en voelen pijn. En deze indicaties wijzen er op dat het bewustzijn aanwezig is, dat weer het kenmerk is van de ziel. Zelfs de Bijbel (Genesis 1.21; 1.24; 1.30; 2.7; en vele andere bronnen) verwijst naar zowel de dieren als de mensen als nefesh chayah, levende zielen.
Hoewel, zij dat vlees eten vanwege hun verlangens om dieren te eten of omdat zij hen beschouwen als een bron van voeding voor hun maag, zijn niet zo gemakkelijk in staat om de spirituele aard van alle levende wezens te begrijpen. En toch, als je weet dat alle levende wezens in wezen spiritueel zijn, bewust zijn, en het kenmerk van de ziel toont, hoe kan je ze dan onnodig doden? Elk levend schepsel is opzicht ook zoals wij een kind van dezelfde vader, een deel van hetzelfde Opperwezen. Dus, het doden van dieren laat zien dat er een groot gebrek is aan spiritueel bewustzijn.
Vele delen van de Vedische geschriften beschrijven hoe het Opperwezen de onderhouder is van ontelbare levende wezens, zowel mensen als dieren, en Zich in het hart van alle levende wezens bevindt. Alleen zij die spiritueel bewustzijn hebben, kunnen in elk levend schepsel hetzelfde Opperwezen zien in Zijn expansie van Superziel. Vriendelijk en spiritueel zijn tegen mensen, maar een moordenaar of vijand zijn van dieren is geen gelijkwaardige filosofie, en getuigt van iemand´s spirituele onwetendheid.
Een ander reden om vegetariër te zijn is om te bedenken hoe groot de angst is bij de dieren en hoeveel pijn ze lijden in de slachthuizen. Er zijn ontelbare verhalen hoe koeien van angst huilen, schreeuwen, en soms gewoon dood neervallen als ze in een slachthuis zijn of zelfs voordat ze er naar toe gebracht worden.
Of, hoe het komt dat de aderen van dode varkens zo groot zijn, alsof ze eigenlijk geëxplodeerd zijn door de angst die ze voelden en de adrenaline die ze produceerden, terwijl ze naar het slachthuis gebracht werden.
Dit veroorzaakt zeker een sfeer van een enorme hoeveelheid aan geweld die in één of ander vorm op ons terugvalt.
Verder nog, de adrenaline en angst in het dier produceert ook gifstoffen (toxines), die in het lichaam van deze dieren doordringen, en door vleeseters wordt opgenomen. Mensen die deze dingen verbruiken, kunnen niet anders dan erdoor beïnvloed raken. Het veroorzaakt spanningen in hen, individueel, wat dan weer van invloed is op hun relatie met anderen.
De zeer oude Vedische tekst van de Manu-samhita (5.45-g) zegt: “Zij die onschuldige wezens kwaad doen vanuit een wens om zichzelf te plezieren, zal nooit geluk vinden, noch levend, noch dood. Degene die er naar streeft niet terug te vallen in de materiële gebondenheid en geen kwaad berokkent aan levende wezens, maar het goede verlangt van alle wezens, bereikt oneindig geluk. Vlees kan nooit verkregen worden zonder schade aan levende wezens te berokkenen. Het verwonden van levende wezens is nadelig voor het bereiken van de hemelse zaligheid; daarom moet men het gebruik van vlees mijden.”
De Bijbel (Romeinen 14.21) zegt ook: “Het eten van vlees is niet goed, noch het drinken van wijn.” Een ander Bijbels gebod (Exodus 23.5) gelast ons om de dieren die pijn lijden, te helpen, al behoren ze tot een vijand.
Het Boeddhistisch geschrift (Suta-Nipata 393) adviseert ook: “Laat hem niet vernietigen of de oorzaak zijn van het vernietigen van welk leven dan ook, of sanctie leggen op de handelingen van degenen die dat wel doen. Laat hij zich onthouden van het zelfs pijn doen van welk levend wezen dan ook. Beiden die dat doen zijn sterk en doen de wereld trillen.” In het Boeddhistisch geschrift Mahaparinirvana wordt ook gezegd: “Het eten van vlees vernietigt het gevoel van groot mededogen.”
De Talmud (Avodah Zorah 18B) van de Joden verbiedt de associatie met jagers, wat te zeggen van degenen die zich met jagen bezig houden.
In het Nieuwe Testament verkiest Jezus genade boven offer (Mattheus 9.13; 12.7) en was tegen het kopen en verkopen van dieren voor het offeren (Mattheus 21.12-14; Marcus 11.15; Johannes 2.14-15). Eén van de missies van Jezus was om het offeren van dieren en de wreedheid tegen hen te verbieden (Hebreen 10.5-10).
In Jesaja is vooral te vinden hoe Jesaja het slachten en bloedvergieten van mensen en dieren verafschuwt. Hij verklaart (1.15) dat God de gebeden niet aanhoort van hen die dieren doden. “Maar jouw misdadigheid heeft jou en je God van elkaar gescheiden. En jouw zonden hebben Zijn gezicht voor jou verborgen gehouden, zodat Hij je niet hoeft te horen. Want jouw handen zijn besmeurd met bloed. Hun voeten rennen het kwaad achterna en ze haasten zich om onschuldig bloed te vergieten. Ze weten niet wat vrede betekent.” Jesaja klaagde ook over wat hij zag: “Blijdschap en feestvreugde, slachting van (rund)vee en het doden van schapen, eten van vlees en drinken van wijn, zoals u dacht, ´laat ons eten en drinken, want wie weet gaan we morgen dood.” (22.13)
In de Bijbel staat ook vermeld (Jesaja 66.3) “Hij, die een koe heeft gedood is alsof hij een mens heeft gedood.” In dit opzicht onderwees Sint. Basilius (320-379) A.D.):” De damp van vlees verduistert het licht van de geest. Iemand kan nauwelijks deugdzaam zijn als hij geniet van vlees eten en feesten.”
Dus, om onze (eet)lust te bevredigen zouden we, in plaats van de dieren te doden, op zoek moeten gaan naar alternatieven, vooral als er een hoeveelheid aan ander gezond voedsel aanwezig is. Anders zal er zeker een reactie komen op zulk geweld. We kunnen moeilijk vrede in de wereld verwachten, als we doorgaan met het onnodig doden van miljoenen dieren voor de vleesconsumptie of door mishandeling.
Een ander reden om een vegetariër te zijn is karma. Zoals de tweede wet van de thermodynamica stelt, brengt elke actie zeker een gelijke en tegengestelde reactie met zich mee. Universeel wordt dit de wet van karma genoemd en dat betekent: wat men zaait, zal men oogsten. Dit heeft zowel op elk individu effect, als op gemeenschappen en landen. Zoals het land zaait, zo zal het oogsten. Dit is iets wat we heel serieus moeten nemen, vooral in onze poging om vrede, harmonie en eenheid in de wereld te brengen. Als er zoveel geweld wordt gebruikt bij het doden van dieren, waar denkt u dat de reacties voor dit geweld terecht komt? Het komt op vele manieren bij ons terug, zoals in de vorm van criminaliteit in de samenleving en de maatschappij, en dat eindigt weer in wereldoorlogen. Geweld brengt geweld voort. Dit zal daarom niet ophouden, tenzij we weten hoe te veranderen.
Isaac Bashevis, Nobelprijswinnaar voor Literatuur, vroeg: “ Hoe kunnen we God smeken om genade als we zelf geen genade kennen? Hoe kunnen we praten over rechten en rechtvaardigheid, als we zelf bloedvergieten tegenover onschuldige schepselen?” Hij ging door met te zeggen: “ Persoonlijk geloof ik niet dat er ooit enige vrede zal zijn, zolang de mensen doorgaan met het doden van dieren.”
Tot besluit kunnen we de kwestie vermelden van L´Osservatore della Domenica, het wekelijks nieuwsblad van het Vaticaan, van 10 maart 1966, waarin de heer Ferdinando Lambruschini schreef: “Het gedrag van mensen ten aanzien van dieren zou met goede reden gereguleerd moeten worden, die het martelen en doelloos pijnigen van dieren verbiedt. Ze mishandelen en leed berokkenen getuigt van erbarmelijke wreedheid, en moet vanuit Christelijk oogpunt veroordeeld worden. Ze laten lijden voor eigen plezier is een vertoon van sadisme en dient door een ieder met moreel besef afgekeurd te worden.” Vlees eten om je tong te bevredigen, terwijl er genoeg ander voedsel voorradig is, is zeker een vorm van sadisme. Het spreekt vanzelf dat dit averechts werkt om vrede en eenheid te stichten of spirituele vooruitgang te maken. Het is noodzakelijk om deze zaken serieus in overweging te nemen, als we ons of de wereld willen verbeteren. Hier zijn nu een paar redenen waarom iemand, die echt spiritueel is, zou kiezen om vegetariër te zijn.
Het vegetarisme voorbij
In het proces van bhakti-yoga, stijgt devotie uit boven het vegetarisme, en voedsel wordt een reden om spirituele vooruitgang te maken. In de Bhagavad-Gita zegt Heer Krishna: “Wat je ook doet, wat je ook eet, wat je ook offert of weggeeft en wat voor boetedoening je ook doet, doe dat als een offer aan Mij.” Het offeren van ons voedsel is dus een integraal onderdeel van bhakti-yoga en maakt dat het voedsel gezegend wordt met spirituele potenties. Zulk voedsel wordt dan prasadam genoemd, of ´de genade van de Heer.´
Heer Krishna zegt ook wat Hij aanvaardt als offer: “Wanneer iemand Mij met liefde en devotie een blad, een bloem, een vrucht of wat water offert, dan zal Ik het aanvaarden.” Hieruit kunnen we dus begrijpen dat God fruit, granen en vegetarisch voedsel accepteert. God accepteert geen vlees, vis of eieren, maar alleen wat zuiver en op natuurlijke wijze verkrijgbaar is, zonder daarbij een ander kwaad te doen.
Spiritueel gezien dus is voedsel, dat eerst geofferd is aan God de uiteindelijke vervolmaking van een vegetarische voedingswijze. De Vedische geschriften leggen uit dat elke ziel van oorsprong een rechtstreekse relatie heeft met God en het belangrijkste doel van het even is deze relatie die verloren is gegaan te herstellen. En het accepteren van prasadam is de manier om ons te helpen dat doel te bereiken.