India, de baarmoeder van het hindoeïsme, boeddhisme en sikhisme, staat aan de vooravond van een turbulente transitie. Zowel cultureel als economisch bevindt India zich in een vormende periode. Na 1000 jaar overheerst te zijn geweest door islamitische rijken en het Britse Rijk voelt het eindelijk ademruimte. Waar de Chinezen spreken over de eeuw van vernedering – van 1839 tot 1949, spreken veel Indiërs over het millennium van vernedering – van de tiende tot de twintigste eeuw.
Hoe moet Nederland omgaan met deze groeiende grootmacht, die midden in een historische heling verkeert? Onze wijsheid moet starten bij het verleden en eindigen in Europees strategisch handelen.
In India wordt vaak het eigen krachtige collectieve geheugen bewierookt, waarbij onze jaren aanvoelen als uren en onze eeuwen als decennia. Dit historisch bewustzijn weerspiegelt niet alleen een terechte trots, maar vindt zijn oorsprong in een diep doorleefde krenking, die het verleden pijnlijk hedendaags maakt. Het zal de lezer niet mogen verbazen, getraumatiseerde mensen lijken altijd een groot geheugen te hebben. Trauma’s slaan spijkers in zielen, met mentaal bloedvergieten tot op de dag van vandaag. De BJP en Modi zijn gekozen op de belofte deze spijkers uit de ziel te halen en India historisch helend te laten verworden tot Bharat, de klassieke benaming voor India.
Nu lijkt het India economisch voor de wind te gaan. Na decennialang socialistisch georiënteerd beleid heeft premier Modi vanaf 2014 de economie geliberaliseerd. Het gemiddelde inkomen per capita steeg in diezelfde periode van 1500 naar zo’n 2500 dollar op jaarbasis. India is inmiddels de vijfde economie wereldwijd en zal met de huidige groeipercentages van 7 a 8% in 2026 uitgroeien tot de derde.
De economische groei, de ontluikende titanenstrijd tussen de VS en China en de geopolitieke focus op de Indo-Pacific hebben geleid tot een geopolitieke gedaanteverwisseling van India. Deze wereldwijde erkenning geeft Indiërs trots, waar Modi gedurende de G20 in 2023 in India handig munt uit sloeg. Wat de wereld niet ontgaat, ontgaat de Indiase kiezer ook niet. Kortom, het land wordt zienderogen welvarender en trotser.
De democratie bevindt zich in veilig economisch en cultureel vaarwater, zou je denken? Helaas niet, integendeel. De relatie tussen inkomensgroei en democratic survival (democratische overleving) is complexer. In lage-inkomenslanden zorgt economische groei juist vaak voor het tegenovergestelde dan velen verwachten: een afname van democratische vrijheden. Burgers lijken hun tijd dan liever te besteden aan meer werk dan politiek activisme. Daarnaast industrialiseert India in rap tempo. De afname van politiek activisme en sterke industrialisering versterken de centralisatie van macht. Daarnaast zijn er zorgen dat de culturele en staatsrechtelijke herdefiniëring van India ten koste gaat van de talrijke moslims in het land.
De herdefiniëring van India tot Bharat heeft lange wortels in de geschiedenis. Voor India en de heersende BJP is het nu de tijd voorgoed af te rekenen met het millennium van vernedering. Indiërs voelen zich onderdeel van een meer dan 5000 jaar oude voortdurende beschaving, die natuurlijk verschillende fases heeft gekend. Zij hebben vele tijdsperkelijke broeders, zoals de Babyloniërs, oude Grieken, Perzische Zoroastriërs, oude Egyptenaren en Romeinen, zien vergaan – talloze culturele en economische uitwisselingen koesterend. Romeinse senatoren klaagden al dat Romeinse vrouwen veel goud verspilden aan Indiase kledij. De Indiase hindoebeschaving voelde zich met een economie van ongeveer een derde tot de helft van het wereldwijde bbp een trotse pilaar van de antieke wereld.
Voor India en de hindoes golden deze tijden als de gouden millennia, die abrupt ten einde kwamen rond het jaar 1000. Eerst verloren zij door Islamitische veroveringen en gedwongen massabekeringen gebieden in het huidige Afghanistan en Pakistan aan het Omajjaden Kalifaat. Vervolgens werd rond 1200 het Delhi sultanaat gevestigd in de rest van India. In een periode van 300 jaar werden duizenden tempels en bibliotheken – vol met kennis over de klassieke wereld en wetenschap – met de grond gelijk gemaakt, inclusief grote en belangrijke tempel- en universiteitscomplexen. Tientallen steden werden verwoest, meerdere massamoorden en genocides werden gepleegd, de sharia werd ingevoerd, strikte massabekeringen vonden plaats en er ontstond een grootschalige slavenhandel van Indiërs. Vrouwen waren er nog slechter aan toe. Voor veel hindoes blijft deze pijnlijke periode een spijker in de ziel.
Vervolgens deed het Islamitische Mogolrijk uit Centraal-Azië in de 16e eeuw zijn intrede in India. Het Mogelrijk voelt voor Indiërs als een lichtere versie van het Delhi sultanaat, waarbij er onder het gezag van de islamitische keizer meer ruimte werd gegeven aan hindoe koningen en het hindoeïsme. Maar ook in dit tijdperk waren er keizers, die er een sterk fundamentalistische islamitische leer op nahielden en zelfs de praktijken van het Delhi sultanaat hervatten. Na een korte heropleving van de hindoebeschaving onder het Maratha Rijk in de achttiende eeuw stond de volgende overheerser voor de deur: de Brits Oost-Indische Compagnie. Na de Britse kolonisatie van zo’n 250 jaar stond de Indiase beschaving op de rand van de afgrond, met een gemiddelde levensverwachting van rond de 30 jaar, hongersnood na hongersnood, een extreem armoedepercentage van boven de 80%, een alfabetiseringsgraad van rond de 10% en rellen tussen hindoes en moslims.
1947 schonk India niet alleen onafhankelijkheid, maar vooral ook een heftige confrontatie met de geschiedenis. Die confrontatie, dat mentale bloedvergieten, moet ons helpen navigeren in de omgang met India.
Het buitenlands beleid van de EU – onder leiding van Duitsland – laat zich de afgelopen decennia kenmerken door de marktmeester en de ngo-zendeling. De eerste is gericht op het creëren van vrije markten en het verlagen van de eigen productiekosten. De tweede is een belerende praatgraag met ngo-mentaliteit, zonder historisch kompas, radar voor hedendaagse trends en gevoel voor toekomstige bestemming.
De marktmeester en ngo-zendeling hebben de EU veel te lang schade berokkend en geostrategisch de pas afgesneden, wat haar positie in het Mondiale Zuiden verzwakt heeft. De vrije gasmarkt met Rusland en het vingerwijzen naar Namibië, dat fors inzet op fossiel, zijn duidelijke voorbeelden. De marktmeester en de ngo-zendeling moeten plaatsmaken voor de strateeg, gewapend met historisch kompas in de hand en een duidelijke visie op onze toekomstige bestemming in zijn hoofd. Die bestemming is een multipolaire wereldorde, die uitgaat van beschavingsidentiteiten, vooruitgangsdenken, online culturele banden, non-interventie en regionalisering.
Wereldwijd identificeren mensen zich met een beschaving, vaak expliciet, soms impliciet. Indiërs zijn daar vaak open over, getuige ook hun culturele herdefiniëring. Wij Europeanen moeten stoppen met bang zijn voor beschavingsdenken, dat overigens niet direct een Huntingtonse botsing impliceert. Beschavingsidentiteiten hoeven elkaar niet te bijten. Hoe dan wel om te gaan met de Europese en Indiase beschavingsidentiteiten?
Wat de Indiase en Europese beschavingen boven alles bindt, is het vooruitgangsdenken. In India viert het hoogtij, in de EU staat het onder druk. India intrigeert ons al, kan het ons ook herinspireren? Het idee dat morgen mooier kan zijn dan vandaag, is niet alleen historisch uniek en de basis voor kredietverlening, maar ook cruciaal voor het inkaderen van AI-ontwikkeling, wederzijdse investeringen en vertrouwen in supranationale instituties.
Op bevolkingsniveau worden banden traditioneel aangehaald via diaspora, in Nederland natuurlijk via de Surinaams-Hindoestaanse gemeenschap en het Indiase technisch talent. Maar in toenemende mate zullen de online culturele banden bepalend zijn voor de bilaterale verhoudingen. Immers, online civiele toenadering of afwijzing schept of vermindert ruimte aan politieke leiders om bilaterale banden te intensiveren, of juist niet.
In de mede door de VS vormgegeven multipolaire wereldorde kent elke regio in de wereld een dominante speler, die gegeven de beschavingsidentiteit de motor zal blijken voor regionalisering en economische groei. Die zal een duidelijke regionale bevoegdheid hebben en geen cultureel-politieke interventie dulden. Natuurlijk is elke speler gebonden aan internationale spelregels, maar India niet ter aarde om lessen van ons te krijgen.
Wanneer wij ons houden aan deze spelregels van de multipolaire wereldorde, kan de droom van Alexander de Grote, waarbij India verbonden zou zijn met de Europese beschaving, dienen als pilaar van de nieuwe veiligheidsarchitectuur van de Europese Unie. Reïncarneert de droom in een moderne Bactria-alliantie?