Toen Bhagwaan zag dat veel mensen ongelukkig waren, riep hij op een dag één van hen bij zich en vroeg hem wat hij wilde. De mens zei: “Ik wil in deze wereld vooruitgaan, ik wil geluk
kig zijn en ik wil dat iedereen mij prijst.” “Goed”, zei Bhagwaan en gaf de mens twee grote zakken, waarop hij vervolgde: “Neem de twee zakken en zet ze op jouw schouders. De achterste zak is gevuld met de slechte dingen die jouw buurman tijdens zijn leven gedaan heeft. Houd deze zak altijd gesloten. Kijk er zelf niet in en laat er ook anderen niet in de zak kijken. De voorste van deze twee zakken is gevuld met alle slechte dingen die jij tijdens jouw leven gedaan hebt. Kijk hier steeds in. Als je dit doet, zal jouw wens in vervulling gaan.”
De mens nam beide zakken op zijn schouders en vertrok. Onderweg maakte hij echter een GROTE fout. Hij opende namelijk de zak van zijn buurman, keek er steeds in en liet er ook anderen in kijken. Zijn eigen zak knoopte hij stevig dicht en zorgde ervoor dat niemand in die zak kon kijken. Hierdoor kwam de wens die hij gedaan had, omgekeerd uit. De mens begon steeds meer achteruit te gaan, werd ongelukkig en iedereen maakte hem voor een slecht persoon uit.
Indien jij deze fout van de mens niet begaat, zal jij steeds vooruitgaan, zal jij gelukkig worden en zal iedereen jou prijzen. Je zult er alleen voor moeten zorgen dat jij naar jouw eigen fouten en gebreken blijft kijken om deze te verbeteren en ervoor moeten zorgen dat je niet kijkt naar andermans fouten, oftewel niet ‘de splinter in andermans ogen zien, maar de balk in eigen ogen niet!’