Karma is één van die onderwerpen, waarover velen maar weinig van afweten, maar enkelen begrijpen wel de betekenis ervan. Om te beginnen, de tweede wet van thermodynamica stelt dat tegenover elke actie een gelijke en tegengestelde reactie is. Dit is de universele wet van karma. De wet van karma betekent in principe dat elke actie een reactie tot gevolg heeft en wat we een ander ook aandoen, dat zal later op ons terugvallen. Nog verder, onbekendheid met de wet is geen excuus. We zijn toch verantwoordelijk voor onze handelingen, of we het nou begrijpen of niet. Daarom, het beste is om te weten te komen hoe het werkt.
Als een ieder de wet van karma zou begrijpen, dan zouden we allemaal een gelukkiger leven leiden in een prachtige wereld. Waarom? Omdat we dan zouden weten hoe we ons leven moeten aanpassen, zodat we niet hoefden te lijden van de constante reacties van onze handelingen, als gevolg van het nastreven van het valse doel van het leven.
Volgens de Vedische literatuur is karma de wet van oorzaak en gevolg. Voor elke actie is er zowel een oorzaak als een reactie. Karma wordt verkregen door het verrichten van resultaatgerichte activiteiten, voor lichamelijke of geestelijke vooruitgang. Iemand mag vrome activiteiten verrichten, waardoor hij goede reacties of een goed karma zal krijgen voor toekomstig materieel genot.
Of iemand mag zelfzuchtige of, wat sommigen zondige activiteiten noemen, verrichten die slechte karma en toekomstig lijden teweeg brengen.
Dit achtervolgt iemand waar hij of zij ook gaat, in dit leven en verdere levens. Dergelijk karma, evenals het soort bewustzijn dat iemand ontwikkelt, wekt reacties op die iemand moet ervaren.
De Svetashvatara Upanishad (5,12) legt uit dat het levend wezen, de jiva ziel, vele fysieke en subtiele organen verwerft als gevolg van de acties die hij uitvoert, zoals deze zijn ingegeven door de materiële kwaliteiten die hij krijgt. Deze lichamen verkeren, zolang ze in onwetendheid verkeren over hun werkelijke identiteit voortdurend in een bron van illusie.
De Brihadaranyaka Upanishad (4.45) legt verder uit dat, als de ātmā of ziel in het materiële lichaam handelt, zij zich daardoor in verschillende condities bevindt. Door als een heilige te handelen, wordt de ziel een heilige, en door immoreel te handelen wordt de ziel een object van karmische consequenties. Op deze manier neemt, dienovereenkomstig, vroomheid of de last van goddeloosheid toe.
Zo wordt ook verklaard, dat wat iemand zaait, hij zal oogsten. Daarom, zoals mensen tegenwoordig leven, zo ontwikkelen ze ook een bepaald soort bewustzijn door hun gedachten en activiteiten, wat of goed of slecht kan zijn. Dit veroorzaakt iemand´s karma.
Dit karma zal ons leiden in een lichaam, dat het meest geschikt is voor de gevolgen die we moeten ondergaan, of de lessen die we dienen te leren. Daardoor komt de oorzaak van ons bestaan voort uit de handelingen uit onze vorige levens. Omdat alles gebaseerd is op een oorzaak, is het iemands karma die zijn situatie zal bepalen. Zoals ras, kleur, geslacht of plaats in de wereld waar hij zal verschijnen, of hetzij in een rijke of arme familie worden geboren, of gezond of ongezond zijn, enz. enz.
Als de levende wezens dus opnieuw worden geboren, krijgen ze een bepaald soort lichaam, dat het meest geschikt is voor het soort bewustzijn dat ze hebben ontwikkeld. Volgens de Padma Puran, zijn er daarom 8.400.000 soorten van levens, die elk een bepaald soort lichaam aannemen afhankelijk van het verlangen en bewustzijn van het levend wezen in deze wereld. Zo kan je zeggen dat het levend wezen de zoon is van zijn verleden en de vader van zijn toekomst. Hij ondergaat momenteel de handelingen van zijn vorige levens en creëert zijn toekomstig bestaan door de handelingen die hij verricht in dit leven. Een persoon zal reïncarneren in verschillende vormen van lichamen die het meest geschikt is voor zijn bewustzijn, verlangen en wat hem toekomt. Het levend wezen bevindt zich dus, onvermijdelijk, voortdurend in deze kringloop van geboorte en dood en draagt de consequenties voor zijn verschillende goede en slechte daden, zolang hij materieel gemotiveerd is.
Goede en slechte karma wordt ook gecreëerd door de aard van de bedoeling van de actie. Als iemand iets doet uit egoïsme of woede, hebzucht, haat, wraak enz, dan handelt hij in de hoedanigheid duisternis, die uit onwetendheid voortkomt
Terwijl dingen die worden gedaan voor het welzijn van anderen, uit goedheid en liefde, zonder daar iets voor terug te vragen, of voor het vereren van God, zijn dat allemaal handelingen in de hoedanigheid goedheid en vroomheid, die je verlichting of geluk zal brengen.
Echter, als je iets slecht doet door bijvoorbeeld een ongeval of een misverstand, zonder de bedoeling te hebben anderen pijn te doen, dan is het karma niet zo zwaar. Misschien moest je als instrument dienen in iemand anders karma, die ook jouw karma is. In dit geval zal rekening worden gehouden met je motivatie. Maar toch, hoe groter het besef aanwezig is iets verkeerd te doen, des te groter zal de mate van negatieve reacties zijn. Het heeft dus allemaal te maken met de aard van de handeling.
We moeten in elk geval begrijpen dat karma, in essentie bedoeld is om iemand te verbeteren, en niet alleen maar als vergelding van vroegere daden. Het universum is gebaseerd op mededogen. Iedereen heeft bepaalde lessen en manieren om zich te kunnen ontwikkelen, en de wet van karma leidt iemand in feite in een bepaalde richting om dat te doen. En toch, men is niet veroordeeld om voor altijd in de cyclus van geboorte en dood te blijven. Er is een uitweg. In de menselijke vorm kan men kennis verzamelen voor spirituele realisatie en zo bevrijd raken van karma en herhaalde geboorte en dood. Aangenomen wordt dat dit het meest belangrijke succes is dat iemand in zijn leven kan bereiken. Dit is de reden waarom elk religieus proces in de wereld mensen die verlossing willen, aanmoedigen zich niet te hechten aan materiële verlangens of zintuiglijk genot, die hen bindt aan deze wereld, maar te werken aan datgene dat hun kan bevrijden van de verdere kringloop van geboorte en dood.
Alle karma kan worden opgeheven als iemand echt geïnspireerd is om het hoogste doel van het leven en de spirituele waarheid te begrijpen en te realiseren. Als iemand op dat niveau is gekomen, kan zijn leven werkelijk spiritueel zijn, wat hem eeuwige vrijheid geeft voor veranderingen. Door het streven naar de Absolute Waarheid, of door toegewijde dienst te doen voor God, vooral door bhakti-yoga, kan iemand het stadium bereiken, in welke hij helemaal verlost raakt van alle karmische obstakels of verantwoordelijkheden. Heer Krishna zegt in de Bhagavad-gita (18.66): “Laat alle vormen van religie achter je en geef je alleen over aan Mij. Ik zal je verlossen van alle reacties op je zonden. Vrees niet.”
Zonder getraind te zijn in deze spirituele wetenschap, is het erg moeilijk te begrijpen hoe het levend wezen zijn lichaam verlaat of wat voor soort lichaam hij in de toekomst zal krijgen, of waarom er verschillende levenssoorten zijn, die al de ontelbare bewustzijnsniveaus van de levende wezens herbergen. Zoals vermeldt in de Bhagavad-gita: zij die geen kennis hebben over spiritualiteit kunnen niet begrijpen hoe iemand zijn lichaam verlaat op het moment van de dood, noch kunnen ze begrijpen wat voor soort lichaam hij of zij zal krijgen door de invloed van de hoedanigheden van de natuur. Echter, iemand die diepzinnige kennis heeft verzameld, kan dit wel begrijpen.
Wij moedigen daarom een ieder aan om de wet van karma helemaal te begrijpen en zich te wijden aan toegewijde dienst van God, om zo verlost te raken van alle goede of slechte karma en een zuiver, spiritueel bewustzijn ontwikkelen. Dit is werkelijke vrijheid en bevrijding van alle materiële gebondenheid, waardoor iemand de spirituele wereld kan bereiken.