Navratri is een Utsav (feestdag) die vier keer per jaar plaatsvindt, waarvan twee gevierd worden, en negen nachten duurt. Navratri is een samenvoeging van de woorden Navam(negen) en Ratri (nacht). Dit festival draait om meditatie en zelfreflectie, waarmee je het kwade in jezelf ontdekt en probeert te overwinnen. De bedoeling is dat je dit op zo’n manier doet, dat de slechte eigenschappen niet meer terugkomen, nadat je ze eenmaal hebt overwonnen. Dit gaat over de drie vijanden en drie grote innerlijke vijanden van de mens.
1. Kaam
Kaam betekent lust; het verlangen naar zinsbevredeging. Dit is de energie die ontstaat uit de wens om aangename gevoelens te ervaren met de vijf Indriya (zintuigen), namelijk gevoel met het lichaam, smaak met de tong, reuk met de neus, geluid de oren en zicht met de ogen. Hierdoor laat je jezelf leiden door je zintuigen en niet door wijsheid. In de Bhagavad Geeta staat het volgende over Kaam beschreven.
kaama esha krodha esha rajogunasamudbhavah
mahaashano mahaapaapmaa viddhyenamiha vairinam
~ Bhagavad Geeta 3.37 ~
“Het is lust, dat voorkomt uit hartstocht en later overgaat in woede, dat de allesverslindende, zondige vijand is.”
Aan Kaam worden hier twee eigenschappen verbonden, namelijk allesverslindend en zondig. Wanneer men Kaam nadert bekijkt, ziet men dat je het nooit kunt vervullen. Wanneer je al heel veel hebt, wil je nog altijd meer, waardoor je geen onderscheid meer kunt maken tussen nodig en overbodig. Je blijft maar doorgaan met verzamelen en ‘verslindt’ daarbij alles op je pad. Verder zorgt Kaam ervoor dat je doet wat je leuk vindt en daarbij minder of geen waarde hecht aan de consequenties voor jezelf en anderen. Je eigen verlangens worden zo belangrijk voor jezelf, dat je anderen (en soms ook jezelf ) pijn doet en in gevaar brengt.
Daarnaast is het zo dat het vervullen van Kaam slecht tijdelijke bevrediging brengt en niet leidt tot Anand (duurzame gelukzaligheid). Om dit te ervaren is het van belang om je te realiseren dat je niet het lichaam bent, maar de Aatma (ziel). Het lichaam is slechts een tijdelijk omhulsel voor de ziel. Het bevredigen van je zinnen is dus leuk voor een hele korte periode, maar het is verspilde energie, omdat je niet dichterbij Moksh (verlossing, één van de hoofddoelen van het leven) komt. Kaam kan worden overwonnen met Santosh (tevredenheid). Wees tevreden met wat je hebt, waardeer hetgeen dat je gegeven is en neem niet meer om gewoonweg meer te hebben.
2. Krodh
Krodh betekent woede en is een heel groot obstakel tussen de mens en Dharm. Woede heeft een negatief effect op de mens. Het zorgt ervoor dat je niet meer helder kunt denken en beredeneren, en dat je geen baas meer bent over je Karma (handelingen). Vaak wordt woede veroorzaakt door een persoon of voorval, waar jij het niet mee eens bent. Jouw reactie op de acties van een ander vorm jezelf. Hoewel het dus lijkt alsof woede van buitenaf komt, komt het eigenlijk van binnenuit en tast het je ook van binnen aan. Het ontstaan van Krodh ligt niet aan de ander, maar aan jezelf.
Krodh kan ook een reactie zijn op een gevoel van onmacht; het gevoel dat je niet de baas bent over het leven of niet kan bepalen wat er gebeurt in de wereld om je heen. Omdat je niet bij machte bent om de verlangens (Kaam) die je hebt te vervullen, ontstaat er woede in jou. Krodh is dus een gevolg van Kaam. Deze analyse over de oorzaken van Krodh stelt ons in staat om acties te ondernemen, waardoor woede kan worden overwonnen.
De eerste stap in het overwinnen van woede is acceptatie. In het geval van een voorval zullen we moeten accepteren dat het gebeurd is en dat we het verleden niet kunnen veranderen. Ook zullen we moeten accepteren dat onszelf vasthouden aan het verleden en ons boos maken, omdat we vinden dat het anders had moeten zijn, niets oplost. De oplossing voor een situatie uit het verleden is niet Krodh, maar Kshama (vergiffenis). Het denken aan de slechte ervaringen uit het verleden, zorgt voor innerlijke onrust en negativiteit. Vergiffenis biedt jezelf de mogelijkheid om de onrust en negativiteit los te laten en anderen de kans om hun fouten goed te maken. Woede om een ander is net als het drinken van vergif in de hoop dat de ander ziek zal worden. Waarom zou je jezelf kwellen voor de Karma van een ander?
In het geval van woede uit een gevoel van onmacht zullen we moeten accepteren dat er vele zaken zijn die we niet in de hand hebben. Wensen dat dit wel zo is, is wensen om het onmogelijke. Dit betekent echter niet dat we helemaal niets in de hand hebben. Santosh (tevredenheid) over het deel dat we wel in de hand hebben en daar het maximale uit halen leidt uiteindelijk tot het overwinnen van woede en innerlijke rust.
3. Mad
Mad betekent bedwelming en duidt op innerlijke disbalans door gebruik van bedwelmende middelen en emotionele instabiliteit. Het gevolg van het gebruik van middelen als alcohol, tabak en drugs, is dat je verstand verdoofd raakt, waardoor de natuurlijke balans tussen verstand en emotie verstoord wordt. In het geval van emotionele instabiliteit wordt het verstand overmand door emotie, waardoor innerlijke disbalans ontstaat. Je kunt bijvoorbeeld zo vol zijn van verdriet of blijdschap, dat je niet helder meer kunt nadenken. Dit wordt vaak beschreven als het ‘jezelf laten meeslepen’, oftewel: een impulsieve actie verrichten op het moment van de emotie, zonder erover na te denken. Je hebt geen beheersing meer over jezelf en je daden.
Om je zelfbeheersing en beheersing over je daden te behouden, is het noodzakelijk dat je Buddhi (verstand) de leiding over je emoties en lichaam blijft houden. Het overwinnen van Mad zorgt voor stabiliteit van de Buddhi en dit zorgt weer voor innerlijke stabiliteit. In het geval van het gebruik van bedwelmende middelen ligt de manier om Mad te overwinnen voor de hand, namelijk het stoppen van het gebruik ervan. In het geval van overmanning door emotie zijn er twee manieren om Mad te overwinnen.
De eerste manier is Dhyaan (meditatie). Dit vergroot de innerlijke rust en verkleint de impact die externe impulsen hebben. Hierdoor blijft je Buddhi zelfs in de meest ingrijpende situaties stabiel en ben je in staat om je emoties om te zetten in een positieve kracht. De tweede manier is zelfreflectie over de externe invloeden die jou uit balans kunnen halen. Je omgeving is hier een grote factor. Door met personen om te gaan die een negatieve omgeving voor jou creëren, wordt je onstabiel. Wanneer je bijvoorbeeld op basis van je normen en waarden geen alcohol drinkt en daarom door je omgeving gepest wordt of onder druk gezet wordt, kan het voorkomen dat je op den duur uit onzekerheid of frustratie toch begint te drinken. De emotie heeft dan voor jou besloten met een grote kans dat je achteraf spijt zult hebben. Het is immers niet jouw eigen bewuste keuze geweest. Door je bewust te zijn van de externe invloeden waar jij gevoelig voor bent en verstandige keuzes te maken over je omgeving voorkom je dit.
4. Lobha
Lobha betekent hebzucht en is gebaseerd op het meer willen verlangen, dan nodig is voor je; geen genoegen hebben met wat je al hebt. Hoe meer je van iets hebt (grotere huizen, meer macht, meer geld), hoe beter jij je voelt. Personen met hebzucht associëren zichzelf met materiële zaken en koppelen daar hun waardigheid aan. De Purana’s vertellen dat iemand die gierig is zich van nature minderwaardig voelt zonder materiële zaken en dat zo iemand geen vertrouwen heeft in zichzelf of bhagwaan en dus zijn vertrouwen in materiële spullen plaatst om zekerheid te vinden. Tekort aan vertrouwen zal enkel nadelige gevolgen opleveren voor het leven van een persoon. Het zal relaties met anderen breken, aangezien niemand een gierig persoon waardeert, die geen genoeg vindt in wat hij heeft.
De Arthaveda (Economie geschrift) leert ons dat materiële vooruitgang geen probleem is, zolang je in jezelf en Bhagwaan vertrouwt. Zo iemand zal altijd precies weten wat hij wel en niet nodig heeft, en zal altijd de middelen kunnen creëren om vooruit te komen, ongeacht de situatie. Wij moeten namelijk geen genoegen nemen met een slechte situatie, maar vooruit blijven gaan in onze ontwikkeling.
Je moet wel oppassen met het materiële, neem je meer dan nodig is dan zal je te veel tijd kwijt raken in het beheren ervan, en bezitten de spullen als het ware jou. Jij raakt onder illusie en zult geen innerlijke rust bereiken.
Om Lobha te overwinnen moet je eerst beseffen dat alles op deze wereld een begin en einde heeft, alles is tijdelijk. Enkel de ziel en Bhagwaan zijn tijdloos en oneindig. De rest zal vergaan. Het is tijdverspilling om je tijd, kracht en moeite te stoppen in zaken die ooit zullen vergaan. Vertrouw in Bhagwaan en jezelf, en je zult tevredenheid, eenvoud en innerlijke rust bereiken.
5. Moha
Moha betekent (zelf) bedrog en ontstaat wanneer men de realiteit niet onder ogen wilt zien, en zaken ‘opleukt’ of minder erg voordoet dan ze zijn. Het misleiden van jezelf of anderen, omdat een leugen of illusie aantrekkelijker klinkt dan de harde waarheid. Oftewel liegen.
Maar deze vorm van onzekerheid (emotionele instabiliteit) zal ertoe leiden dat anderen misbruik van jou kunnen maken en dat jij verkeerde beslissingen zal nemen.
Het bekendste voorbeeld uit onze geschriften is dat van koning Dhritrashtra, die wist dat zijn zoon Duryodhan bezig was met adharma (slechte zaken), maar uit angst om de liefde van zijn zoon te verliezen, zag hij ernstige zaken door de vingers, of deed ze in zijn hoofd minder erg voor dan dat ze werkelijk waren. Dit zelfbedrog werkt averechts, want de harde waarheid zal uiteindelijk harder aankomen, en je zal er niet op voorbereid zijn.
Zelfbedrog leidt altijd tot zelfdestructie, omdat je ervoor kiest onder een illusie te leven, zal je nooit vooruit komen en zal je de ernst van bepaalde zaken nooit kunnen inzien.
Om Moha te overwinnen moet je in harmonie met jezelf en anderen leven. Accepteer wie jij bent (zie je slechte eigenschappen en kwaliteiten onder ogen), en accepteer hoe je medemens is. Zelfbedrog is de angst om op een eerlijke en open manier te kijken naar onszelf en anderen.
Waar het licht van Satya (de waarheid) schijnt, zal de duisternis van Moha (zelfbedrog) niet zijn.
6. Irsha
Irsha betekent jaloezie en komt voort uit de woede of het verdriet dat we ervaren wanneer een ander iets heeft, dat wij zelf niet hebben. Het voelt aan als een aanval op jouw superioriteit als persoon. En vaak ontstaat dan ook het verlangen om te zien hoe de ander zijn geluk kwijtraakt, of verliest aan jou.
Jaloezie komt onvermijdelijk voort uit trots, ijdelheid en ahankaar (vals ego), je kunt niet tegen iemand die een meerdere dan jou is, en in plaats van dat je van diegene leert en naar hetzelfde doel streeft, probeer je diegene te zien als concurrent. Je wilt datgene hebben wat een ander heeft, niet omdat je er al naar verlangde, maar omdat je niet kunt uitstaan dat een ander meer heeft dan jij. Dit kan zelfs haat vormen, je gunt anderen namelijk niets, dat jij zelf ook niet kunt hebben. En dit zal je gedachtes beïnvloeden, hoogstwaarschijnlijk woede creëren en voor innerlijke onrust zorgen.
Om Irsha te overwinnen moet men nederig zijn tegenover anderen. Men moet dankbaarheid ontwikkelen en herkennen en erkennen wat men heeft als mens in zijn eigen leven; wat men heeft bereikt en gehad van vrienden, familie en Bhagwaan. Dit is Santosh (acceptatie).
Wij moeten ook oprechte vrijgevigheid ontwikkelen; door anderen wat te gunnen en oprecht te geven, trainen wij onszelf om jaloezie te bestrijden.