Het is gemakkelijk om de mensen in je omgeving te wijzen op hun fouten en tekortkomingen, om de eenvoudige reden dat de gebreken van anderen je direct opvallen. Maar voordat je anderen gaat verbeteren, is het beter naar je eigen fouten en gebreken te kijken. Dit doe je door je daden op een rijtje te zetten en kritisch erover na te denken. Onze daden vormen immers een spiegel waarin we kunnen zien wie we zijn. Je gebreken moet je dan langzaam proberen te veranderen in pluspunten en zo een voorbeeld neerzetten voor de mensen in je omgeving. Als dit je lukt, dan hoef je anderen niet meer op hun gebreken te wijzen, want zij zullen dan (bewust of onbewust) een voorbeeld aan je nemen en hun tekortkomingen weg proberen te werken.
Er is een bekend gezegde: ‘Een splinter in andermans oog ziet men wel, maar de balk in eigen oog niet’. De tekortkomingen van andere mensen ziet iedereen, maar de veel ergere gebreken van zichzelf ziet niemand.